Laatst sprak ik een aardige collega die genoot van haar pensioen.
Het valt niet mee om in deze tijd predikant te zijn, zei ze, maar het is het mooiste vak dat er is. Alleen moet je niet meegaan in de waan van de dag. Je moet maar gewoon vasthouden aan de traditie, die moet je nooit verkwanselen. Toen we verder spraken, vertelde ze dat ze veertig jaar geleden in een gemeente van 240 mensen begonnen was. Daar waren er nu nog 15 van over. Soms had ik wel drie begrafenissen per week. “Wat is je toekomstperspectief?”, vroeg ik. “Ik hoop dat er straks iemand is om mij te begraven”, zei ze. En ze wenste mij oprecht veel zegen toe in het werk.

Het gesprek bleef een paar dagen bij mij hangen. Is dat ons voorland? Een gemeenschap die langzaam maar zeker afneemt? Ik hoop toch zo van niet! Het gaat inderdaad om de omgang met de traditie, maar het is wel de kunst die traditie levend te houden: zinvol voor mensen in deze tijd. Volgens de evangelisten zei Jezus al dat het woord er is voor de mens en niet de mens voor het woord. Het levend houden van de traditie, hoe doe je dat dan in deze tijd? De recente cijfers van het onderzoek naar ‘God in Nederland’ wijzen uit dat mensen zich steeds minder traditioneel gelovig noemen, en steeds meer op eigen en eigentijdse wijze geloven. Vrijzinnige geloofsgemeenschappen, die wars zijn van dogma’s en sleetse rituelen zouden dan toch juist de wind mee moeten hebben.
Maar ze (we) hebben de beeldvorming tegen. In de media wordt helaas vaak lacherig gedaan over geloven. En dat terwijl veel mensen snakken naar zingeving, naar verhalen die houvast bieden, naar gedachten over hoe we met elkaar om kunnen gaan in een onrustige wereld, naar wat authentiek is en bevrijdt, een plek waar je je thuis voelt, waar je welkom bent om samen te onderzoeken wat je werkelijk van waarde vindt.

Voor vandaag de dag geldt meer en meer dat het niet alleen maar gaat om het woord, maar ook om de beleving. Eén beeld zegt vaak meer dan duizend woorden. Samen eten of mediteren of musiceren is vaak indringender dan samen praten. In de krant las ik vanmorgen dat de bestrijding van de honger in Afrika wacht op die ene foto. Pas als mensen emotioneel geraakt worden zal de hulp op gang komen.

Misschien geldt iets dergelijks voor geloven. Pas als mensen geraakt worden door de Geest, door een visioen, een droom, een toekomstbeeld, zullen ze komen en blijven komen. Meer dan ooit is dat een vrije keuze, een behoefte van binnenuit.

Dat er iets te beleven valt in een dienst, een gesprekskring of tijdens een huisbezoek heb je niet in de hand. De Geest waait waarheen zij wil. Soms gebeurt er iets, en dat is dan voor ieder die het meemaakt invoelbaar, maar wat je precies raakt, is niet zomaar na te vertellen. Het helpt wel gigantisch als de geloofsgemeenschap een levende, stromende, toekomst-gerichte club is, waar de Geest kan waaien. Waar veel mensen bereid zijn een steentje bij te dragen. Ik verbeeld me dat ik voorganger mag zijn in dienst van zo’n gemeenschap, waar mensen open staan voor een frisse wind en nieuwe wegen. Of is dat een te optimistisch beeld? En hoe kijken buitenstaanders tegen ons aan? In een introductiecursus die ik dit voorjaar gaf, vroeg ik mensen waar ze aan dachten bij het Penninckshuis.
De volgende zaken werden genoemd:

Open
Dopen is eigen keuze
Gedichten
Broeder- en zusterschap
Dwars
Ondogmatisch
Intellectueel
Vrijzinnig
Vrije geest
Eigen verantwoordelijkheid
Vrijheid

Een rijtje om trots op te zijn. Naast alle dingen die misschien niet vlekkeloos gaan, of communicatie die weleens tot misverstanden leidt, zijn de dingen die inspireren overheersend. Daarmee kunnen we vol vertrouwen de toekomst in, biddend om een waaiende Geest.

Sigrid Coenradie