Waar halen we nu nog hoop vandaan?
Zeker in de huidige donkere tijden kun je je dat afvragen. Er zijn mensen die de gave hebben om hoop te halen uit de hele kleine dingen in het leven. Een dapper madeliefje in de winter kan al genoeg zijn. Het is een gave die iedereen kan ontwikkelen maar het vergt voor sommigen wel wat mentale acrobatiek. Voor mij is het eenvoudiger, ik haal hoop uit mijn werk. In het Meester Geertshuis, oecumenisch diaconaal centrum in de Assenstraat, kun je dagelijks voorbeelden van hoop tegenkomen. Zo ook tijdens ‘Krachtvoer’, een van de activiteiten daar. De maandelijkse bijeenkomsten van Krachtvoer beginnen met een ontbijt, het fysieke krachtvoer, waarna het mentale, geestelijke of spirituele aandeel volgt. Bijvoorbeeld in een workshop over Veerkracht; over het Stoïcisme en wat wij daar in het dagelijks leven mee kunnen, of we doen een creatieve sessie met een enthousiaste stadsdichter. Steeds gaat het om Inzicht, Inspiratie en Perspectief, bedoeld voor mensen die (tijdelijk) tegen levensvragen aanlopen. Dat klinkt misschien zorgelijk, maar de bijeenkomsten geven juist een zekere opgewektheid en zin om de komende tijden weer tegemoet te treden.
Laatst was er weer een Krachtvoerbijeenkomst, ditmaal een workshop verhalen vertellen, verzorgd door een verhalenverteller die zelf ook vaak deelneemt aan de bijeenkomsten.
Ze liet zien dat ze dat verhalen vertellen fantastisch kon. Daar stond iemand met haar talenten de groep te inspireren. Wie durfde, mocht aan het eind zelf een persoonlijk verhaal vertellen (volgens de gouden regels), met tips en aanwijzingen van de deskundige.
Eén deelnemer werd geraakt door een verhaal dat herinneringen bij haar opriep, ze durfde haar verdriet te tonen in deze groep, “het was veilig genoeg”, zei ze later.
Een ander vertelde na afloop van haar verhaal wat haar sindsdien nog was overkomen, een pittige nabrander. Maar de hele groep luisterde aandachtig en leefde mee.
Dàt geeft hoop.
Als een bezoeker ons laat weten: het Meester Geertshuis voelt als familie.
Dàt geeft hoop.
Als een bezoeker de eerste keer bij het Meester Geertshuis binnenkomt is ze boos, afwerend en somber. Maar na een jaar zegt ze: “Ik voel me blij en ik had niet gedacht dat ik me ooit nog weer zo zou voelen.”
Dàt geeft hoop.
We leven in een maatschappij met een overheid die nog steeds gericht is op economische belangen, die kraakt in haar voegen, die met haar doorgeschoten regelgeving de menselijke maat is kwijtgeraakt, die van de zorg een verdienmodel heeft gemaakt en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Cynisch kun je : in zo’n maatschappij is het niet zo moeilijk ‘om het verschil te maken’. En laat ‘het verschil maken’ nu net
een van de dingen zijn die je kunt doen voor een ander, maar ook om zelf een beetje hoop te vinden.
Soms kun je opeens mooie uitspraken horen over hoop, bijvoorbeeld tijdens een overdenking. Vaclav Havel, de vroegere president van Tsjechië, was schrijver en filosoof en hij kwam tot een indrukwekkende omschrijving van hoop:
“Hoop is oriëntering van de geest, oriëntering van het hart, die boven de concrete wereld uitstijgt en ergens in de verte verankerd is, achter haar grenzen.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Het is niet de overtuiging dat iets goed afloopt, maar de zekerheid dat iets zin heeft – ongeacht hoe het afloopt.”
“Ik (Havel) denk dus dat wij de meest intense en de belangrijkste vorm van hoop uit ‘het bovenzinnelijke’ putten: de enige vorm van hoop die ons, ondanks alles, overeind weet te houden en tot goede daden weet aan te zetten.“
Dat bovenzinnelijke ziet hij vervolgens als de bron van de grootsheid van de menselijke geest, daarvoor is hij filosoof. We mogen daar vast ook het goddelijke in zien, lijkt me.
Havel laat ons zien dat hoop een actieve houding is, van hart en hoofd en handen.
Laten we ons daarmee aandachtig richten op dat wat zin heeft, ongeacht hoe het afloopt.
Annemiek van Reenen
Projectleider Krachtvoer
Meester Geertshuis Deventer annemiek@meestergeertshuis.n