Over het Onze Vader (en zou het ook Onze Moeder kunnen zijn?)

Als ik met mijn dochters door de stad loop, zie ik in de etalage van een kledingwinkel een T-shirt hangen met de tekst:
Sometimes the King is a woman.
Een mooie, diepzinnige en vrijzinnige tekst!
Eeuwenlang was dit niet aan de orde en heerste er een masculien wereldbeeld (waarin de man de maat is van alle dingen). Ook in de tijd van het ontstaan van de bijbel. Het maakt dat voor vrouwen maar een kleine rol is weggelegd in die bijbelverhalen.
Mannen spelen de hoofdrol.

En zo werd ook G*d eeuwenlang door de meeste mensen voorgesteld als een man. G*d als Heer en Vader. Ook vandaag zie je dat nog terug in een aantal van de liederen die we zingen. Dat heb ik altijd lastig gevonden. Het zijn maar woorden, maar toch, voor mij is de bron van ons bestaan een universele ‘kracht’, die ver uitstijgt boven de aardse wetten van de biologie, van man of vrouw.
Het Onze Vader heb ik om die reden ook wel een moeilijk gebed gevonden en dikwijls koos ik daarom voor een variatie daarop. Een variatie die benadrukt dat die Vader natuurlijk ook een Moeder kan zijn. En nog zoveel meer.

Nu las ik enige tijd geleden een gedachte over het Onze Vader die mij zeer aanspreekt. Graag deel ik die gedachte hier en wellicht spreekt die meer mensen aan.
Het gaat om het zinnetje: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij ver geven onze schuldenaren.
‘Schuld’, wat is onze schuld?
Het is zo’n heel groot en beladen woord.
In deze benadering wordt gezegd: Ieder mens is een verbeelding, een uiting van die universele bron die mensen soms G*d noemen. Anders gezegd: G*d werkt door mensenhanden! Als jij in je leven het Goede doet, dan geef je daarmee die Kracht van G*d die in ieder mens zit, dat Licht, het vuur van Pinksteren, door aan de wereld om je heen. Doe je dat niet, dan blijft dat stukje van G*d verborgen voor de wereld. Dat zou je niet moeten doen!
Dan ben je ons, de wereld, en jezelf natuurlijk ook, iets schuldig. Je hebt iets voor jezelf gehouden, dat niet van jou is.
Het is de oproep telkens opnieuw te proberen dat Licht gestalte te geven in ons leven. En als het niet lukt, onszelf en anderen toch weer de kans te geven het een volgende keer wel te doen. Indachtig dat grote gebod van de liefde.

Vergeef ons onze schulden.
Vergeef ons als wij onze bron vergaten, zoals ook wij onderkennen dat het soms anderen niet lukt.
Op 19 mei, met Pinksteren, vieren we de aanwezigheid van die bron in ons leven! Een geschenk uit de hemel! Niet enkel voorbehouden aan één groep, één sexe, één religie; alle mensen! De Geest, de Heilige Geest, het Vuur van Pinksteren is onzijdig. Het bezielt al het leven.
In de maand waarin we, naast Hemelvaart en Pinksteren, óók moederdag vieren, de maand die in de katholieke kerk Maria-maand heet, vieren we dat king, queen en queer allen vervuld zijn van dezelfde Geest.

De wind, wij zien hem niet,
zijn stem klinkt in ons oor,
een briesje of een storm
die alle rust verstoort.

De Geest, wij zien haar niet,
toch horen we haar stem
die goede woorden spreekt
als ik verdrietig ben.

De wind, wij zien hem niet,
maar toch trekt hij zijn spoor:
de golven in de zee,
het lange gras buigt door.

De Geest, wij zien haar niet,
maar zij waait alles schoon
ik ben weer opgelucht,
als na een enge droom.

Vanuit de overkant,
een land dat niemand ziet,
ontvangen wij een kracht,
de Geest die uitzicht biedt.
Anders Frostenson

Nicoline Swen