Opstanding
Een tijdje geleden gaf iemand mij een compliment dat mij erg raakte. ‘Je bent zo’n opgewekt mens’, zei deze persoon tegen mij. Opgewekt, wat een heerlijk compliment!
Het is iets anders dan ‘vrolijk’ of ‘blij’. Ook prachtige eigenschappen en toch zit er in ‘opgewekt’ iets extra’s. Ook op moeilijke momenten, als het leven allerminst vrolijk is, of er weinig is om blij van te worden, kan je nog wel opgewekt zijn. Blijmoedig, is misschien wel een mooi synoniem. Proberen om ook op sombere dagen het Licht te blijven zien. Daar niet van afgesneden te raken. Ook het woord ‘wekken’ zit erin: wakker maken, maar volgens het woordenboek ook aanzetten, doen ontwaken en oproepen. Actie! Er wordt een appèl op je gedaan. En iets in herinnering gebracht, wat er kennelijk altijd al was, maar een slapend bestaan leidde. Opgewekt, aan het licht gebracht, tot leven gewekt, geroepen.
Opstanding vind ik dikwijls ingewikkeld. En ja, ik zie wel voorbeelden om mij heen van mensen die na een zware, donkere periode toch weer opstaan en het leven weer aangaan. Of in de natuur, waar na de winter het leven weer begint; kleine puntjes groen in nog kale grond. En ook op Paasmorgen kan ik volmondig het verhaal omarmen hoe een mens/een visioen na een periode van verpletterend verdriet en verlies, toch weer dichtbij kan voelen, (bijna) tastbaar aanwezig in je bestaan. En toch…. misschien dat het soms voor mij simpelweg een wat te groot woord is, voor in mijn dagelijkse bestaan. Opstanding.
Maar opgewekt, dat wil ik graag in mijzelf blijven wakker porren. Een gerichtheid van de geest. Gericht op het Licht. Uit liefde voor het Leven!

Nicoline Swen

Dit is een gedicht dat ik ooit las in het weekblad van Groenlo. Een schrijver heb ik nooit kunnen achterhalen. ‘Het is al eens gebeurd’ heet het.

Het is al eens gebeurd
dat de koude van de winter
moest wijken voor de lente en het
nieuwe leven.
Het is al eens gebeurd
dat een dode boom
nieuwe scheuten kreeg
en onverwacht nog vruchtbaar werd.
Dat is al meer dan eens gebeurd.

Het is al eens gebeurd
dat Iemand uit de dood is opgestaan.
Niemand, zo zei Hij,
heeft grotere liefde dan hij
die zijn leven geeft voor zijn vrienden.

Waarom zouden wij dan halsstarrig
blijven beweren
dat wij machteloos zijn,
dat de dood het laatste woord heeft?

Waar twee of drie in zijn naam samenzijn,
is het leven niet meer tegen te houden.

Maar waar zijn ze te vinden,
die twee of drie?

Als jij nu eens zou beginnen
met nog iemand
en nog iemand
en nog iemand….