“Ik weet niet waar ik moet beginnen”, roept een gemeentelid dat
gaat verhuizen door de telefoon. “De gedachten aan wat ik moet
doen tollen door mijn hoofd. Maar ik kom tot niets. De dagen
glijden door mijn vingers.” Het zal ons allemaal  wel eens
overkomen zijn. Een lamlendig gevoel, doodmoe zijn, voor de tv
hangen terwijl je er niets aan vindt. Bijna alles is te veel: je moet
nog een rekening betalen, een brief of mail beantwoorden, maar
je hebt er geen zin in. Je moet voor jezelf koken en alleen eten,
maar je komt niet verder dan het opwarmen van wat soep. Het
gewicht van de eenzaamheid drukt je neer en verlamt je. Je hebt
het gevoel dat je niets waard  bent. Je voelt onrust en
gejaagdheid, en toch lukt het maar niet een begin te maken.

Zelf heb ik zo’n gevoel vaak na de vakantie. Als alle
werkzaamhedenweer op je af komen. Dat hoort natuurlijk niet.
Je moet juist staan te popelen om weer fris van start te gaan,
maar ja – dat artikel schrijven, die ochtend voorbereiden – hoe
ging dat ook alweer? Diegenen die je al een tijdje beloofd hebt
om langs te komen, wanneer vind je daar eindelijk tijd
voor? Waar begin je in vredesnaam? Het kan tot verstarring leiden.

Als het tot troost mag zijn: alle grote figuren in de bijbel kampen
met deze gevoelens van tekort schieten. Ze voelen zich niet
opgewassen tegen de klus. Abraham, Mozes, Elia. Ze hebben het
vaak helemaal gehad, hebben een serieuze burn-out. Hoe wordt
dat opgelost?
Ze worden van eten en drinken voorzien, en daarna worden ze
tot handelen aangezet door een engel, zeg maar een innerlijke
boodschap.
Er klinkt een eenvoudig: “Sta op en eet”. Begin met iets, ga in
tegen de eigen inertie. Moet je iets schrijven? Laat je niet
verlammen door een witte bladzij, een leeg scherm, door twijfel
of  je de klus wel aankan. Door gedachten als: “ik zal het wel niet
kunnen, het lukt vast niet”. Begin gewoon.
Later blijkt dat een onnozel begin vanzelf tot creatieve gedachten
leidt. Als je opziet tegen een bezoekje, ga dan niet denken “wat
moet ik zeggen”, maar stap binnen, vraag hoe het gaat en luister
naar wat de ander vertelt.

Valkuil is dat we vaak te veel van onszelf verwachten. Zoals
die vriendin die een boek schrijft, maar de eerste zin nog op
papier moet zetten. Misschien beter om met een kort verhaal te
beginnen? Volgende valkuil is datwe te veel van anderen
verwachten. Zoals iemand steeds zei: “er moet iets gebeuren,
iemand moet nu iets doen”. Maar meestal moet je zelf het
initiatief nemen. Een derde valkuil is de gedachte dat dat “iets”
ook nogiets groots en meeslepends moet zijn. Maar het eerste
stapje dat je zet, is hoe dan ook een begin. Eigenlijk is het niet
eens zo belangrijk wat je precies doet, als er maar een begin van
een beweging in de zaak komt.
Je kunt bij wijze van spreken in ieder geval je zeil uitrollen,
zodat je wat wind kunt vangen. Zie maar waar die je brengt. Later
kun je je zeilen bijstellen.

Misschien denkt u: “die pep-talk, wat kan dat nou helpen?
Mijn situatie van scheiding, verlies van een partner, ziekte,
depressie.  Dat is zo erg.”
En erg is het. Maar echt erg is het als je dan werkeloos in een
hoekje gaat zitten en je nergens meer door laat aanspreken.
“Ieder krijgt kracht naar kruis”, zei mijn oma vroeger. En: “ik
weet dat er  nog  jaren van ellende komen, maar deze dag
beginnen we maar  beetje fris”. En ook deze uitspraak is van
haar: “Ja, ja, het leven is  uitzichtloos. Dood gaan we allemaal.
Maar ondertussen gaat het leven door en ik ga nu de plantjes water geven”.

ds Sigrid Coenradie