In verwachting
Advent is de tijd van verwachting. Van uitzien naar Kerst. Al was het alleen maar naar vrije dagen en de gezelligheid van kaarsen en versiering.
Het begint met het ophangen van de adventsster. Een ster voor het raam die verwijst naar de ster die de drie koningen volgen op weg naar Betlehem. Daarna het kiezen van de kerstkaart, het bedenken waar en hoe de kerstdagen worden doorgebracht. En dan eventueel plannen maken voor het kerstdiner en het versieren van de boom. Gezellig!

“Maar”, hoor ik u in gedachten al roepen, “zo werkt het niet bij mij. In de zomer begint de discussie al hoe mijn familie kerst viert. Gezelligheid? Daar heb ik helemaal geen tijd voor. En geen zin in. Nodig ik haar uit, dan stoot ik hem voor het hoofd. Het diner kost me dagen voorbereiding – lees: in de rij voor de kassa staan. En uitzoeken aan wie je allemaal – digitaal of niet – een kerstkaart moet sturen, is elk jaar weer gedoe. Kerst is stress. En dan moet Sinterklaas er ook nog tussendoor”.

En – als je alleen bent – kunnen al die feesten in de familiesfeer je juist met de neus op de feiten drukken: dat iedereen om je heen het gezellig lijkt te hebben doet de eenzaamheid des te meer voelen. Dat er zoveel vrienden en familie dood zijn, is dan extra zwaar.
Hoe dan ook is kerst in de praktijk vaak bepaald NIET iets om naar uit
te zien.

Wat een verwachtingsvolle tijd kan zijn, slaat zo om in het tegendeel. We zijn bezig met onszelf en niet met de ander, de huidige Jozef en Maria, voor wie geen plaats is in de herberg Europa, bijvoorbeeld. We laten ons afleiden van waar het oorspronkelijk om ging en leveren ons over aan de eisen van de commercie. Dat werkt ont-luisterend. In plaats van dichter bij bezinning, bij God, en bij elkaar te komen, raken we op drift tussen de kalkoenen, kaarten en lampjes. We voelen ons leeg tussen de ballen. We hebben niet echt contact met elkaar. Misschien juist omdat het met kerst verwacht wordt. Omdat het met kerst gezellig MOET zijn.

Tegenover de ont-luistering staat echt luisteren naar je binnenste, en naar de mensen om je heen. Dat is natuurlijk niet van een feestje afhankelijk.
Dat kan je toevallen op een willekeurige dag. Dat je ineens ziet dat het leven niet alleen bepaald wordt door koopcijfers en kijkcijfers. Dat je je realiseert dat we uiteindelijk niet geleefd worden door de economie en de verwachting van anderen. Dat we even stilstaan en kijken naar die mallemolen die ons leven vaak is. De economie heeft kerstmis uitgestald in etalages. Misschien moeten we als het ware terug naar de soberheid van de stal en leren verwachten.

Niet alleen vragen stellen als: wie zal ik een kaart sturen? wat zal ik aantrekken? hoe lang moet het vlees in de oven? Maar ons ook open stellen voor de verwachting die spreekt uit het andere in ons, om onze verwachting(en) te heroriënteren, om vragen te stellen als: waar stel ik onterechte verwachtingen aan mensen? En waar laat ik mij bepalen door onmogelijke verwachtingen van mensen, en luister ik daardoor niet meer naar een diepere ‘onmogelijke’ verwachting in mij?
Er leeft verwachting, verlangen in elk mens en daar kun je “ja” op zeggen. Door zo te leven zullen al je oplosbare vragen niet opgelost worden, maar misschien word je er wel van “verlost”, zodat ze je niet meer obsederen.
Laten we uitzien naar de komst van Jezus Christus in onze wereld. Jezus, die ons wijst op God. We kunnen uit de verhalen van en over Jezus langzaam ontdekken dat we – net als hij – aan de Eeuwige toe-behoren, evenzeer als aan andere mensen. Want de Geest van God is er juist een van mens-wording. Het gevoel van toe-behoren kan bij uitstek ontstaan in contact met mensen die echt naar je luisteren, in de trouw van vriendschappen, in het omkijken naar elkaar.

Om die balans in ons toe-horen gaande te houden is – denk ik – deze periode van verwachting heel geschikt. Weer even luisteren naar jezelf; in contact komen met je diepste verlangen. Dat kan je stimuleren om een nieuw begin te maken. En gaat daar kerstmis niet over? Over het nieuwe begin dat de Eeuwige met ons mensen wil maken? Telkens weer?

ds. Sigrid Coenradie